Verveling
Als ik ziek ben, verveel ik me altijd. Soms verveel ik mee ook als ik niet ziek ben. Maar eigenlijk ben ik dan gewoon ziek.
Man met twee gezichten
Toen ik op het VWO zat, had mijn moeder eens een gesprek met mijn klasseleraar. Zij vertelde onder andere dat ik thuis een einzelgänger was, een stil en teruggetrokken persoon. Hoe dat precies geformuleerd werd weet ik niet meer, maar de leraar heeft toen gevraagd of hij en zij het wel over dezelfde persoon hadden: volgens hem was ik namelijk de stemmingmaker van de klas, de zogenaamde class-clown, totaal anders dan hoe mijn moeder mij zag.
Het is waar: in het gezin waarin ik opgroeide, en meer in het algemeen mijn familie, was ik een buitenbeentje, een introverte vreemde eend in de bijt, zoals een nicht van mij het lang geleden eens liefdevol omschreef. Ik was heel erg op mezelf, had weinig vrienden, leefde teruggetrokken op mijn kamer met mijn stereo-installatie, collectie elpees, cd’s en cassettes. Daar kon ik wel mijn ei, mijn gevoelsleven, kwijt. Deze houding werd desttijds toegeschreven aan de pubertijd. Pas jaren later bleek dat er iets anders aan de hand was.
Op mijn 19e ging in studeren in Delft. Vanaf dag één was het feest: ik was naar een zogenaamde instemming gegaan (een avond waarop je jezelf kon presenteren om in aanmerking te komen voor een vrijgekomen kamer op een studentenflat), en was daar zomaar opeens een paar jongens tegengekomen die min of meer dezelfde interesses en muzikale voorkeuren hadden als ik. De kamer heb ik niet gekregen, maar ik was wel letterlijk duizelig van geluk: eindelijk mensen bij wie ik me thuis voelde, bij wie ik mezelf kon en mocht zijn, met wie ik een connectie kon maken over dingen die míj bezig hielden.
In Delft heb ik twee jaar lang gefeest en bleek dat ik helemaal geen einzelgänger was, maar juist een voortrekker, iemand die in de Delftse context bovenmatig sociaal begaafd was. Alles wat ik de jaren daarvoor gemist had, heb ik toen dubbel en dwars ingehaald. Eén en ander leidde wel tot een enorm gebrek aan studieresultaten, waardoor ik de universiteit moest verlaten. Een jaar later heb ik nog een poging tot studeren gedaan aan de Universiteit Twenthe, maar dat was hetzelfde verhaal. Uiteindelijk ben ik maar gaan werken en wonen in Almere, en ben ik geleidelijk teruggegleden in mijn oude patronen van ‘sociaal isolement’.
In al die jaren dat ik gewerkt heb, heb ik wel in redelijke mate bepaalde aspecten van het extraverte deel van mijn persoonlijkheid, en dan met name mijn sociale kwaliteiten, tot uitdrukking kunnen brengen. Maar ergens bleef ik toch een vreemde eend in de bijt, een man die leefde in meerdere werelden en die dus ook meerdere gezichten opzette, al naar gelang de situatie. En altijd een gezicht dat het beste resulteerde in een zekere mate van acceptatie, maar eigenlijk nooit een acceptatie van wat ik zelf zie als de essentie van mijn persoonlijkheid. Van dat deel heb ik altijd het gevoel gehad dat ik die maar beter verborgen kon houden. Met uitzondering van dat ene jaar dat ik Sociologie studeerde aan de UvA. Dat was trouwens het meest therapeutische jaar in mijn leven tot nu toe.
De mensen in mijn familie zijn goede mensen, ik denk ook dat ze me in zekere zin redelijk goed begrijpen, maar er zijn aspecten van mij die ze niet kennen, en die dus grote verbazing wekken als ze die, op mijn 51e, ontdekken. Op het feest ter ere van mijn tante’s 65e verjaardag ik heb daar vrij energiek staan dansen. Mensen schijnen zich verwonderd te hebben afgevraagd wat er met mij aan de hand was, zo onkarakteristiek was dit. Maar ik was gewoon aan het dansen zoals ik het al dertig jaar gewend ben te doen, als ik me oprecht en ongeremd uit. Nee, ik had geen drugs of te veel drank op, dit is gewoon wie ik ook ben, al 51 jaar.
Ik ben een vreemde eend in de bijt. Dat is niet wat ik wil zijn, maar om een of andere reden lukt het me niet mijn stek te vinden. Ik ben tussen de wal en het schip gevallen, of iets in die trant. Het resultaat: iemand die te veel geïndividueerd is, nergens echt sociaal ingebed, onderwijl dolend door de paradijselijke straten van zijn dromen.
“Hebben wij het over dezelfde persoon?” vroeg de klasseleraar. Het probleem is: er is geen persoon…
vergeving – 2017
hé jij
ja, jij
kan je me vergeven
de pijn die ik je wel moet geven
dingen die ik eindelijk eens moet zeggen
je iets in de weg moet leggen,
de beloften die ik nu moet breken
om het vertrouwen dat is blijven steken
ik wil iets van mezelf kwijt
het vraagt om heel veel openheid
durf ik ooit nog bij jou te staan
samen met jou de straat op te gaan
dan met je over ons leven praten
maar het daar dan niet bij laten,
me in je armen laten nemen
mij door jou te laten claimen
zal er ooit een tijd bestaan
dat ik je dat weer toe zal staan
ik ben stil… zeg jij eens iets
ik wacht al zó lang op iets impliciets
vergeving – 2006
hé jij,
ja, jij
kan je me vergeven
de pijn die ik niet had moeten geven
dingen die ik nooit had mogen zeggen
je niets in de weg had moeten leggen,
de beloften die ik heb gebroken
nog voor vertrouwen was ontloken
kan je dat bij jezelf kwijt
het behoeft niet eens veel openheid
mag ik dan nog eens bij je staan
samen met jou de straat op gaan
dan met je over onzin praten
en het daar dan soms bij laten,
je op z’n tijd in mijn armen nemen
zonder je te claimen
zal er nog een tijd bestaan
dat me dat wordt toegestaan
sssssst… zeg maar niets
dát is al iets expliciets
getroost
omgeven door het teder helder licht
maar met een roze zweem
luisterend naar de stilte na de storm
en de kalme zee
voel ik het wonder van haar liefde
het zingt zachtjes met me mee
The Human Condition
Het maakt niet uit welke keuzes je maakt in het leven: je krijgt altijd spijt om dat wat je niet gekozen hebt.
Top 2000
Je hebt van die momenten dat je iets leest of ziet, en dan opeens het licht ziet. In een fractie van een oogwenk zie je ook alle aspecten die met dat licht te maken hebben. Vorige week liep ik de Top 2000 lijst een beetje na, op zoek naar goede nummers voor een playlist of een mixtape. Ineens zag ik dat ene nummer dat me in een flits deed beseffen dat al die andere nummers, die ergens in de top 10 staan, daar eigenlijk helemaal niet thuishoren.
Toegegeven, songs als Bohemian Rhapsody, Hotel California en Child in Time zijn magistraal. Episch misschien wel, en dat is waarschijnlijk ook de reden dat ze zo hoog eindigen in de Top 2000. Maar stel, je wordt verbannen naar een onbewoond eiland. Je mag meenemen: een fles drank, een pick-up en een singeltje. Kies je dan voor Child in Time of Bohemian Rhapsody? Belachelijk! Als je dat doet, ben je toch niet goed bij je hoofd?
Nee. Als je dan toch de rest van je leven met één song zou moeten doen, dan is er natuurlijk maar één mogelijkheid: Lou Reed’s Walk on the Wild Side.
Atuona
Het slingerweggetje -heuvelop- naar de begraafplaats van Atuona is voor een platlander als ik een hele klus. Een kwartier eerder stapte ik de airconditioned bank uit en kreeg een dreun in mijn gezicht van de verpletterende warmte bij 100 procent luchtvochtigheid. Maar ik moest daar naar boven, dit was de chance of a lifetime. Het is een kleine begraafplaats, smoezelig, zoals je dat verwacht van een klein dorpje op een eiland in de Stille Zuidzee. Weinig ordening in de graven. Het is alsof ze bij het graven hebben gezegd: “Pleur ‘m hier maar neer!” Veel graven met een eenvoudig kruis erop, er zijn er niet zoveel met een grafsteen.

Graf van Jacques Brel op de begraafplaats van Atuona, Hiva Oa, Frans Polynesië.
Als student maakte ik voor het eerst kennis met de muziek van Jacques Brel, een huisgenoot liet het ons horen. Het was helemaal het soort muziek dat bij onze levensstijl hoorde. Die was in die tijd behoorlijk Bourgondisch: elke avond uitgebreid koken, het avondeten duurde meestal wel een paar uur, er werd over van alles gefilosofeerd. Vaak tot diep in de nacht. Brel’s muziek heeft bij mij altijd het gevoel naar voren gebracht van een pijn. De pijn die veroorzaakt wordt door een besef dat hetgeen dat zou moeten zijn, onbereikbaar is.
Lang geleden had ik een droom over een imaginaire overdekte winkelstraat ergens in De Pijp, een zijstraat of parallelstraat van de Albert Cuijp. Ergens moet je een hoek om en dan ben je er, maar je loopt er straal voorbij. Een straat die weinigen ooit ontdekt hebben, maar waar je je zo enorm op je plaats voelt dat je er je innerlijke rust vindt.
Die droom heb ik maar één keer gehad, sindsdien droom ik wel eens dat ik op zoek ga naar die straat, maar telkens tevergeefs. Tot vorige week. Ik was met een niet nader te noemen blogster op pad en vond zomaar de straat. Maar zij ervaarde de straat niet zoals ik dat deed, ze had op dat moment iets anders aan haar hoofd, druk en gepreoccupeerd als ze is. Toch het kan geen toeval zijn dat ik uitgerekend met haar die straat weer vind. Ik breek me nu al een week het hoofd over wat die droom betekent. En of ik zonder haar ooit de straat opnieuw zal kunnen vinden. Dat soort pijn dus, de angst -de wetenschap?- nooit mijn bestemming te zullen vinden. De pijn van altijd maar out-of-sync te zijn met andere mensen.
Het graf van Brel heeft wel een grafsteen. Een paar enkelingen hebben hier een aandenken achtergelaten, maar het is in dat opzicht niet bepaald een graf zoals dat van Jim Morrison of Jimi Hendrix. Dit eiland ligt gewoon te ver uit de route, het is te moeilijk om er te komen. Het is er veel te warm, op zulke momenten word je liever op jezelf teruggeworpen in de kou met een dikke jas aan en een das om, je lopende neus ophalend. Het is er wel stil en dat helpt om even na te kunnen denken over jezelf. Brel heeft een paar jaar op dit eiland gewoond. Heeft hij er de rust gevonden die hij zocht? De berusting wellicht? En wie waren de geliefden die hij achterliet? Komen zij helemaal naar Atuona voor hun troost? Ne me quitte pas.
We willen niet in de steek gelaten worden, maar bijna achteloos doen we het zelf wel en laten we hen die ons liefhebben achter. Op zoek naar Atuona..
Dit blog is eerder gepubliceerd op web-log.nl op 17 december 2005.
elandsgracht
een stukje tramrail in de regen
tien centimeter lang
verlangend naar de bloedneus
die niet meer komen kan
één met de kleuren van lijn 7
of een loeiende lijn 10
maar als hij zelf mocht kiezen
dan het liefste 17
vormloos
smeltende chocoladeletters
druipen in bas reliëf
langs de muur
op het gele, stoffige zeil
en stollen tot
volstrekte zinloosheid
and I have no fuckin’ clue
behalve dan dat ik
haar wilde slaan
smeltende chocoladeletters
smeltende…. chocoladeletters